Voor alle deelnemers aan deze activiteiten geldt dat zij een psychiatrische en/of psychosociale kwetsbaarheid hebben. Sommigen wonen begeleid, sommigen zijn ex-dakloos, anderen leven zelfstandig maar krijgen ambulante zorg, weer anderen leven buiten het circuit van de geestelijke gezondheidszorg en willen daar niets mee te maken hebben.
Voor het overgrote deel van de deelnemers geldt dat zij een zeer beperkt sociaal leven leiden, weinig om handen hebben, en niet volwaardig in de maatschappij meedraaien.
Sommige deelnemers hebben een achtergrond van verslaving, waar zij uit hebben weten te geraken. Voor deze groep geldt dat met het achter zich laten van de verslaving ook het bijbehorende sociale netwerk, hoe wankel ook, weggevallen is, en dat het zaak is om actief weg te blijven bij dat netwerk om terugval in de verslaving te voorkomen.
De deelnemers komen gedeeltelijk via de betrokken ggz-organisaties, deels via hun eigen contacten. Veel cliënten van de betrokken ggz-organisaties maken zelf muziek. Voor hen was en is muziek een belangrijke factor in hun leven. Een aantal van deze cliënten kan, met begeleiding, de weg vinden naar muziekcultuur en muziekactiviteiten in de wijk en in de stad.
Maar een heel aantal van deze cliënten vindt niet wat zij zoekt of wat hen aanspreekt in de bestaande aangeboden activiteiten. De drempel is te hoog door de afstand, in kilometers en gevoelsmatig, de mensen die er komen, en door het specifieke aanbod van activiteiten en muziek. Vaak is het aanbod te vrijblijvend en te veel gericht op “gewoon maar wat samen spelen”. Deze activiteiten zijn vaak amateuristisch, en de toegang ertoe is duister.
Reguliere muziekles is meestal te duur voor deze kwetsbare groep.